Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben de
opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De
schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan deze zorgplicht.
Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht
niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm
aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige
basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in
afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in
één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken
schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het
samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze
collectieve verantwoordelijkheid.
In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden
primair onderwijs:
Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen*,
Sittard-Geleen en Stein.
Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten,
Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en
Valkenburg aan de Geul
Regio Parkstad:Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth*, Onderbanken*, Simpelveld en Voerendaal.
(* Deze gemeenten vormen vanaf 1-1-2019 de nieuwe
fusiegemeente Beekdalen.)
Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg
werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie
over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website:
www.passendonderwijszuid.nl
De medezeggenschap binnen de SWV-en is geregeld
middels de Ondersteuningsplanraden (OPR). Vanuit de lijnen van het
Ondersteuningsplan denkt de OPR mee over lopende processen en volgt de
OPR ontwikkelingen.
Dekkend
aanbod
Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend
aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle
leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk
onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het
samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een
ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de
samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
Ondersteuningscontinuüm
Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveaus:
Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep
Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep
Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met
interne deskundigen
Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met
externe specialisten
Ondersteuningsniveau 5:
Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs
In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid
gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle
basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en
met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners.
Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal
(basis)onderwijs.
Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een
beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die
ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een
beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm
geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website
van de school.
Er is een wettelijk onderscheid tussen aanmelding
enerzijds en toelating, plaatsing en inschrijving anderzijds.
Aanmelding is enkel een verzoek tot toelating en
plaatsing. Inschrijving volgt na een positief besluit tot toelating en
plaatsing. Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken
voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur en
geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om
toelating is verzocht. Aanmelding is mogelijk vanaf de dag waarop het
kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. De verantwoordelijkheid voor tijdig
plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt
aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding
betekent dus niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de
hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de
eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel
aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de
belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat
(welke ondersteuning) het kind nodig heeft.
In geval van een verschil van inzicht over de inzet
van onderwijsondersteuning in niveau 1 t/m 4, voorziet het SWV in
onafhankelijk extern deskundig advies.
Er is geen sprake van een voorgeschreven of uniform
aanmeld- en inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen
en scholen hanteren eigen formulieren en deze staan altijd op de website
van de school. Scholen verstrekken algemene informatie over de school
aan ouders. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor,
waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen.
Als een leerling van school wijzigt, dragen de
betrokken scholen - in overleg met de ouders - gezamenlijk zorg voor een
goede overgang en een warme overdracht volgens de afspraken binnen het
samenwerkingsverband.
Contactinformatie Samenwerkingsverband Parkstad
Adres:
Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen
Directeur:
Doreen Kersemakers
Telefoon:
085 - 488 12 80
E-mail:
info-po@swvzl.nl
Samenwerken vindt plaats via een internetapplicatie
waarmee professionals kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar vroegtijdig
kunnen signaleren. Dit wordt gedaan als er extra zorg voor
een kind of jongere nodig is op het gebied van onderwijs,
gezondheidszorg, opvoeding of veiligheid. Er kunnen allerlei redenen
zijn voor een professional om een signaal af te geven in de VIP.
De VIP valt binnen de Jeugdwet en is daarom
wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling
ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren
waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar
wisten dat ze in hetzelfde gezin werkzaam waren. Met de VIP wil de
overheid meerdere professionals, die zich om het kind of de jongere
ontfermen, snel tot elkaar brengen. De VIP is onderdeel van het
gemeentelijk jeugdbeleid.
Registratie
Alleen algemene gegevens, zoals het
Burgerservicenummer, naam, adres en geboortedatum worden in de VIP
opgenomen. De reden van registratie wordt niet vermeld.
Als de school uw kind wil registreren in de VIP
wordt u vooraf geïnformeerd. Samen met u en uw kind wordt dan bekeken
welke hulp en ondersteuning het beste is.
Wat zijn uw
rechten?
Over de registratie in de VIP wordt u vooraf
geïnformeerd. De persoonsgegevens kunnen alleen ingezien worden door de
school en de betrokken hulpverleners. U kunt vragen welke
persoonsgegevens zijn opgenomen en vragen om correctie van de
persoonsgegevens. U kunt bezwaar aantekenen tegen opname van de
persoonsgegevens van uw kind.
Meer
informatie?
Voor de regio Parkstad Limburg (Brunssum, Heerlen,
Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Nuth, Simpelveld, Voerendaal)
verwijzen we naar de website: www.verwijsindex-parkstad.nl Hier vindt u
ook meer informatie over uw rechten m.b.t. de registratie van
persoonsgegevens in de VIP. Buiten
deze regio kunt u voor verdere informatie over de VIP terecht bij
de betreffende gemeente.
Sinds 2013 is de wet ‘Meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling’ van toepassing. Als wij op school een vermoeden
hebben dat een leerling mogelijk te maken heeft met huiselijk geweld
en/of kindermishandeling, dan zijn wij verplicht de volgende stappen te
zetten:
We brengen de signalen in kaart;
We hebben collegiaal overleg of raadplegen
‘Veilig Thuis’;
Afhankelijk van de situatie praat de school of
‘Veilig Thuis’ met ouders en/of kind.
Hierna wordt besloten of er hulp nodig is en op welke wijze. Voor de meldcode en meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij onze aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling, Monique Brassé. Daarnaast verwijzen wij u naar: www.movare.nl à Kind en ouders à Huiselijk geweld
Opvoeden en opgroeien is niet altijd even
makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het
vinden van die informatie of hulp is soms moeilijk. Er zijn veel
organisaties voor jeugdzorg en gezondheidszorg.
Om u te helpen bij het vinden van de juiste
informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt
voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht: het Centrum
Jeugd en Gezin (CJG).
Wie kan bij
het CJG terecht?
Onder de paraplu van het Centrum Jeugd en Gezin
vallen verschillende organisaties, zogenaamde ketenpartners. Samen met
deze partners zorgt het Centrum Jeugd en Gezin voor de juiste informatie
of hulp. Ook worden er activiteiten en cursussen georganiseerd. De
partners van het Centrum Jeugd en Gezin zijn onder andere alle
onderwijsstichtingen, organisaties in de jeugdgezondheidszorg, alle
welzijnsorganisaties, peuterspeelzalen en kinderopvang.
Onze school is voortdurend in ontwikkeling. Bij
sommige aspecten van deze ontwikkeling laten we ons ondersteunen door
experts van buiten de school, zoals orthopedagogen, psychologen,
logopedisten, psychologisch assistenten en onderwijsadviseurs. Zij
helpen ons bij vragen die te maken hebben met de zorg voor individuele
leerlingen (consultatie en diagnostiek), het verder ontwikkelen van de
zorgstructuur en het versterken van de kwaliteit van het onderwijs in de
groepen (passend en opbrengstgericht onderwijs). Logopedisten worden
ingeschakeld bij taal- en/of spraakproblemen van leerlingen en spelen
een rol binnen de ontwikkeling van het taalonderwijs. Deskundigen op het
gebied van ICT ondersteunen bij het effectief leren omgaan met
bijvoorbeeld digitale schoolborden etc. Indien nodig maken we gebruik
van andere deskundigen.
De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de
GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale
ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 18 jaar. Wij nodigen uw kind
regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met
vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij
ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen met de school en met andere
organisaties rondom de jeugd.
Gezondheidsonderzoek
Uw kind wordt uitgenodigd voor een
onderzoek rond de leeftijd van 5 jaar en 10 jaar. Tijdens het onderzoek
kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en
sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de
JGZ eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als
blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat
daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met de school en andere
organisaties rondom de jeugd.
De onderzoeken vinden plaats op een
locatie van de JGZ in uw gemeente of op school.
Uw informatie is erg belangrijk
U als ouder/verzorger kent uw kind
het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten,
vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen
allerlei gezondheidsaspecten aan bod.
Uiteraard gaan we zorgvuldig om met
alle gegevens van u en uw kind.
Inentingen
DTP/BMR vaccinatie:
In het kalenderjaar dat uw kind 9
jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie,
tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Hiervoor krijgt u een
aparte oproep.
HPV vaccinatie:
Meisjes krijgen in het jaar dat ze
13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker.
Jongens en
meisjes krijgen in het jaar dat ze 14 jaar worden, een vaccinatie tegen
meningokokken, typen A,C,W en Y aangeboden.
MijnKinddossier
Jeugdgezondheidszorg Zuid-Limburg
werkt met Mijn Kinddossier. Dit is een online
ouderportaal waarmee u zicht hebt op de zorg van uw kind bij JGZ.
In Mijn Kinddossier kunt u als ouder op elk gewenst moment:
·
Groeidiagrammen en het vaccinatieschema inzien
·
Het gegeven advies nalezen
·
Betrouwbare opvoedinformatie lezen
·
De mijlpalen van uw kind bijhouden in een persoonlijk dagboekje
Ook kunt u herinneringen van afspraken per sms krijgen.
Vragen of zorgen?
Heeft u vragen over de ontwikkeling
of het gedrag van uw kind? Is er sprake van leerproblemen of andere
problemen? Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ.
We bekijken samen met u wat we eraan kunnen doen.
Contact
Team JGZ
Landgraaf
E:
infojgz.parkstadoost@ggdzl.nl
T: 088-8805033 ma t/m vr van 8.30uur-12.30uur
https://www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-en-gezin/jeugdgezondheidszorg/
Infectieziektebestrijding GGD Zuid Limburg
Een kind dat hoge koorts heeft, regelmatig
overgeeft of pijn lijdt, is niet in staat om de lessen te volgen. Het
heeft behoefte aan rust, verzorging en extra aandacht en kan het beste
in een huiselijke omgeving worden opgevangen. Een kind met lichte
ziekteverschijnselen zoals een snotneus of huiduitslag kan meestal wel
gewoon meedoen in de groep.
Bij enkele
besmettelijke ziekten - die ernstig kunnen verlopen - mag het zieke kind
niet naar school komen, omdat dan het risico voor de andere kinderen en
beroepskrachten om ook besmet te worden te groot is. Dit tijdelijk niet
toelaten van zieke kinderen vanwege het besmettingsrisico voor anderen
wordt “wering” genoemd. Is uw kind ziek en heeft het (mogelijk) een
infectieziekte geef dit dan altijd aan bij de school. De school kan dan
zo nodig overleggen met de
unit infectieziektebestrijding van GGD Zuid Limburg of uw kind wel of
niet tijdelijk van school geweerd moet worden. Wering is alleen zinvol
als besmetting van de andere kinderen nog niet heeft plaatsgevonden en
niet op een andere manier te voorkomen is.
Daarnaast is
melden belangrijk omdat de school – al dan niet in overleg met de GGD –
zo nodig maatregelen kan nemen, bijv. door andere ouders te informeren,
of gezamenlijk met de GGD een uitbraakonderzoek te starten.
Vragen?
Heeft u vragen over infectieziekten, neem dan contact op
met de unit infectieziektebestrijding van GGD Zuid Limburg,
telefoonnummer 088 8805070 (ma t/m vr 8.00-16.30 u) of
infosim@ggdzl.nl.
Veel problemen van jongeren spelen zowel thuis als op school als in de
vrije tijd, maar worden veelal door verschillende diensten en
hulpverleners opgepakt. Er is sprake van versnippering en verkokering
tussen de jeugdketen en het onderwijs en binnen de jeugdketen. Het is
noodzakelijk dat onderwijs en zorg meer samen optrekken, zodat voor het
kind (en het gezin) een meer passend arrangement geboden wordt.
Verbinding is noodzakelijk en dat is een uitdaging en een kans.
Werkwijze
Ouders, school en het lokale wijkteam van de gemeente maken gezamenlijk
één gezin- één plan (1G1P). In dit plan wordt aangegeven welke zorg en
ondersteuning noodzakelijk is en hoe onderwijs en zorg op elkaar
afgestemd worden.
Afstemming en Verbinding vraagt om aan elkaar knopen, knopen doorhakken en knopen ontrafelen. Daartoe hebben wij onderstaand knooppunt zorg en onderwijs ingericht:
Gedachte achter het Knooppunt:
·
Niet de procedure maar het signaal bepaalt invulling, intensiteit en
vorm van samenwerking.
·
Snel signaleren van opvoed- en opgroeiproblemen (inclusief
schoolverzuim).
·
Scholen halen snel en tijdig hun vaste partners erbij (consult, advies,
overlegtafel).
·
De casus wordt sneller een gedeelde verantwoordelijkheid.
·
Met ouders/kinderen praten in plaats van over hen. Versterken regie
ouders en kind.
·
Ondersteunings- /zorgplannen: integraal, oplossingsgericht en op maat.
·
Lichte hulp/ondersteuning met behulp van de omgeving waar het kan, en
zware ondersteuning waar het moet.
Aanspreekpunt bij zorgvragen die passen binnen bovenstaande omschrijving
zijn de groepsleerkracht en de intern begeleider.
Om het onderwijs in Limburg verder te verbeteren is
het belangrijk dat de partners binnen de
Educatieve Agenda Limburg samenwerken
waar het gaat om gegevensverzameling en analyse van deze gegevens. Een
sfeer van samen verzamelen en interpreteren; van monitoren en bespreken
wat we zien.
Van gegevens naar informatie
Binnen de Onderwijsmonitor worden er gegevens
verzameld en geanalyseerd voor meerdere doeleinden:
·
Een goed beeld krijgen van de situatie in het Limburgse onderwijs en de
aansluiting daarvan op de arbeidsmarkt.
·
Een basis vormen voor een intensieve dialoog en samenwerking tussen de
kennis- en onderwijs- instellingen en daardoor de belangrijkste vragen
in de onderwijspraktijk blootleggen.
·
Terugkoppeling aan scholen en schoolbesturen waarmee het mogelijk is om
schoolbeleid bij te stellen en effecten van onderwijsbeleid en -methodes
te evalueren.
·
Een brede basis bieden voor effectmeting en evaluatie van interventies
en projecten in de school en in de regio.
Het doel is om op termijn alle Limburgse scholen en
onderwijs- instellingen bij de dialoog en gegevensverzameling te
betrekken (voorscholen, PO, VO, MBO, HO en speciaal onderwijs). Zo kan
een compleet beeld ontstaan van de gehele Limburgse onderwijsketen.
Daarnaast proberen we de gegevensverzameling op scholen te stroomlijnen
om zo te komen tot een monitor waarin met minimale belasting een
maximale meerwaarde wordt behaald. Om deze onderzoeken mogelijk te maken
is met enige regelmaat ook de inzet nodig van ouders. Zij ontvangen
(meestal korte) vragenlijstjes die o.a. een beeld opleveren van hun
ervaringen met het onderwijs en de ontwikkeling van hun kinderen. Hoe
meer ouders meewerken, hoe vollediger ook de informatie die het
onderzoek oplevert.
De gegevens worden anoniem verzameld en
geïnterpreteerd door Maastricht University.