Ondersteuning en begeleiding
Het volgen van de ontwikkeling
Niet elke leerling is een gemiddelde leerling. Er zijn ook kinderen die minder goed meegaan in de groep of die moeite hebben met sociale vaardigheden, concentratie, werkorganisatie of faalangstig zijn. Daarom heeft een kind soms extra begeleiding nodig. Onderwijs dat rekening houdt met verschillen tussen kinderen noemen we Passend Onderwijs.
Volgen
Om de ontwikkeling van de kinderen op school goed te kunnen volgen, maakt De Wegwijzer gebruik van het CITO leerling- onderwijsvolgsysteem en een uitgebreide dossiervorming. Hierin worden alle belangrijke gegevens bewaard zoals afspraken met ouders, kindgesprekken, toetsresultaten, rapporten en onderzoeken door bijvoorbeeld intern begeleider.
Signalering
De leerkracht volgt het kind en de groep nauwkeurig. Zodra een kind boven of onder zijn/haar leervermogen presteert of een gedragsverandering laat zien waar geen directe verklaring voor te vinden is, bespreekt de leerkracht met het kind, de ouder en intern begeleider. Samen wordt gezocht naar oorzaken en oplossingen.
Bij heel ingewikkelde problematieken wordt de leerling, met toestemming van ouders, ingebracht tijdens een consultatie van de onderwijsconsulent van Movare en/of besproken met één van onze ketenpartners uit het Knooppuntoverleg. Ook voor opvoedondersteuningsvragen of voor het bespreken van problematieken uit de thuissituatie waar je kind last van kan hebben, kun je bij de intern begeleider terecht.
Vijf zorgniveaus
De Wegwijzer heeft het zorgsysteem van de school ingedeeld in vijf niveaus:
- Algemene zorg in de groep;
- Extra zorg in de groep;
- Speciale zorg na intern onderzoek;
- Speciale zorg na extern onderzoek;
- Speciale school voor basisonderwijs.
Vanaf zorgniveau 3 wordt de specifieke ondersteuning beschreven in een begeleidingsplan. Hierin wordt vastgelegd welke doelen gesteld worden en hoe de leerling begeleid wordt in het behalen van deze doelen. Ieder plan wordt geëvalueerd op resultaten van het proces en de opbrengsten. Een nauwe afstemming en samenwerking tussen school, ouders en eventueel andere betrokkenen is hierbij zeer belangrijk.
Het leerlingvolgsysteem
We werken niet alleen met de bekende rapporten, maar ook met het Leerling- en Onderwijsvolgsysteem (LOVS) van Cito. Tweemaal per schooljaar worden de vorderingen van de kinderen van groep 1 t/m 8 in kaart gebracht met CITO-toetsen voor de vakken taal (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling) en rekenen.
Vorderingen
Cito LOVS levert aanvullende gegevens over de leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd, de vaardigheidsgroei. Daarnaast bekijken we of het kind op het te verwachten niveau zit aan de hand van het ontwikkelings- en functioneringsniveau.
Analyseren
Verder biedt CITO de mogelijkheid om de resultaten van de kinderen te analyseren op categorieën. Hierdoor kunnen we bijvoorbeeld zien of een kind problemen heeft met automatisering, waardoor het resultaat van rekenen minder is dan je zou mogen verwachten. Voor verdere analyse maken we gebruik van CITO begrijpend luisteren, woordenschat, basisbewerkingen rekenen, en indien nodig nog enkele specifieke testen/toetsen. We vergelijken de CITO-opbrengsten met de methode gebonden resultaten, de resultaten van de leervermogenstoets de NSCCT (vanaf groep 4) en met de verwachting van de leerkracht op basis van werkhouding en inzet. Zo weten we steeds meer over onderwijs(ondersteunings)behoeften van de kinderen en waar we de volgende periode onze extra aandacht naar uit mogen laten gaan.
Groepsniveau
Ook op groepsniveau kijken we naar de opbrengsten van het leerlingvolgsysteem. Per vakgebied wordt gekeken naar de vaardigheidsgroei, het functioneringsniveau, op categorieniveau en de niveauverdeling binnen de groep. De resultaten hiervan worden weer vergeleken met de reguliere toetsresultaten en verwachtingen. Deze opbrengsten bepalen samen weer het onderwijsaanbod van de volgende periode, zowel op groeps- als individueel niveau.
Schoolbreed onderwijsaanbod
Onder andere aan de hand van de CITO-opbrengsten wordt bepaald of ons onderwijsaanbod toereikend en passend is. Dit wordt ook schoolbreed per vakgebied bekeken. Als wij bijvoorbeeld zien dat de resultaten van begrijpend lezen minder groeien dan verwacht, gedurende een langere periode, wordt op categorieniveau bekeken welke aanpassing kan worden gemaakt. Als dan bijvoorbeeld blijkt dat het niveau van woordenschat achter ligt, zal ons aanbod op dat onderdeel moeten worden aangepast.
Sociaal emotioneel
Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd door middel van observaties, kindgesprekken en de VISEON-vragenlijsten van CITO. Hiermee kunnen wij een tijdige diagnose stellen van eventuele ontwikkelingsmoeilijkheden. Voor verdere diagnose kan de intern begeleider (in overleg met leerkracht en ouders) toetsen als de TOM-test, schoolvragenlijst en diverse andere testen voor sociaal emotioneel welzijn afnemen.
Voorlopig en definitief schooladvies
Vanaf groep 6 groep 7 krijgt je kind een voorlopig schooladvies. Dat baseren wij op de scores op het CITO LOVS, maar ook op rapportpunten, gedrag- en werkhouding, aanlegfactoren en stimulerende of belemmerende factoren in en om het kind. Op dezelfde manier krijgt je kind in groep 8 een definitief schooladvies. Mocht je kind op de eindtoets een hoger schooladvies krijgen, dan zijn wij verplicht dit met samen met je te heroverwegen. Mogelijk passen we het advies naar boven aan. Naar beneden bijstellen van het schooladvies op grond van de eindtoets wordt niet gedaan. De vervolgschool kies je samen met het kind.
Zie onze adviesprocedure voor meer informatie.
Eindtoets voor het basisonderwijs
Jaarlijks neemt groep 8 deel aan een eindtoets. Voor de resultaten verwijzen we je naar scholenopdekaart.nl.
Onderwijskundig rapport en inlichtingenstaat
Indien een kind veranderd van school, bijvoorbeeld door verhuizing, is de school verplicht de nieuwe school te informeren over de vorderingen van de leerling. Uiteraard hebben ouders recht op inzage van deze gegevens en/of een afschrift hiervan. Bij verwijzing van een leerling naar het (voortgezet) speciaal onderwijs of extern onderzoek voor extra ondersteuning moet de school een onderwijskundig rapport opmaken. Dit onderwijskundig rapport wordt altijd met de ouders besproken. De ouders geven schriftelijk toestemming om alle gegevens te versturen.